We moeten niet vergeten dat er verschillende soorten honing bestaan, afhankelijk van het soort bloem dat bestoven wordt of de zuiverheid ervan, zoals koninginnengelei.
Om honing te maken, is de eerste stap het verzamelen van nectar uit bloemen. Werksters vliegen over de bloemen om de nectar te extraheren.
Zodra de nectar is gewonnen, nemen de bijen deze op en slaan deze op in hun buik, de zogenaamde honingoogst. Hierbij veranderen de bijen de pH-waarde door de nectar te vermengen met hun enzymen.
Vervolgens keren de bijen terug naar de korf waar het productieproces wordt voortgezet. In de korf geven de bijen de nectar door aan jongere bijen, die de nectar extraheren en afbreken via verschillende enzymatische verteringsprocessen met verbindingen die rijker zijn aan glucose en fructose.
Dit geeft honing zijn zoete smaak en hoge caloriegehalte.
De bijen kauwen deze nectar ongeveer een half uur totdat de luchtvochtigheid daalt tot 20%. Zo wordt de nectar honing.
Zodra de nectar in de korf is gedeponeerd, verwijderen ze overtollig vocht. Om dit te doen, gebruiken de bijen hun vleugels om de cellen te spreiden en overtollig vocht uit de verzamelde nectar te verwijderen. Zo halen ze tot wel 80% van het overtollige water eruit.
De bijen sluiten de cellen vervolgens af met was om de honing beter te conserveren. Dit zorgt ervoor dat de honing lang in goede staat blijft.
Ten slotte, na enige tijd, vermengt de nectar zich met enzymen en was, waardoor de karakteristieke smaak van de honing ontstaat. Nadat de honing is verzameld, laten de imkers deze een paar dagen rusten om de resterende was te verwijderen.
Nadat de honing heeft gerust, wordt deze gefilterd en verpakt.