Een van de bijzondere eigenschappen van de Merlot-druif is zijn veelzijdigheid in het wijnbereidingsproces.
Wijnmakers kunnen er een verscheidenheid aan wijnstijlen mee creëren, van jonge, frisse en fruitige wijnen tot complexere, gerijpte wijnen met meer structuur en diepte in de smaak.
De Merlot-druif wordt vaak gebruikt in blends, met name met Cabernet Sauvignon, omdat de twee variëteiten elkaar goed aanvullen: Merlot voegt zachtheid toe, terwijl Cabernet Sauvignon de wijn kracht en een langere houdbaarheid geeft.
In zijn jongere vorm is Merlot doorgaans minder tanninerijk (een tanninerijke wijn is een wijn met meer tannines, wat resulteert in een wrange, droge en bittere smaak) en toegankelijker, waardoor het een uitstekende keuze is voor wie de wereld van de wijn nog maar net begint te ontdekken.
Merlots van hogere kwaliteit, met name die gerijpt op eikenhouten vaten, vertonen een grotere complexiteit, met tonen van kruiden, tabak en chocolade die de smaakervaring verrijken.