We spelen ons af in Italië in de 18e eeuw, toen vermout zoals wij die kennen in Turijn opkwam. De uitvinding wordt toegeschreven aan Antonio Benedetto Carpano, een Italiaanse distilleerder en koopman, die in 1786 het eerste moderne vermouth-recept creëerde in zijn winkel in Turijn. Carpano gebruikte witte wijn en macereerde deze met een mengsel van kruiden, wortels, specerijen en suiker, waardoor een evenwichtige, aromatische en lichtzoete drank ontstond.
Carpano noemde zijn drankje "vermout", geïnspireerd door de wijnen op smaak gebracht met alsem die al in Duitsland en Frankrijk bestonden en die de voorlopers zijn van de huidige vermout. Zijn recept was meteen een succes en werd een van de favoriete drankjes van de Italiaanse aristocratie en later van het grote publiek.
Deze uitvinding verspreidde zich door heel Europa, Spanje adopteerde vermout als een sociale drank en maakte het tot een fundamenteel onderdeel van zijn cultuur. Hier werd vermout aangepast aan de lokale smaak, met zoetere en fruitiger versies dan de Italiaanse en Franse.
Ons land heeft ook zijn manier van consumeren aangepast: voor ons is het gebruikelijk om alleen rode vermout te drinken, alleen vergezeld van ijs, een schijfje sinaasappel en olijven erin, terwijl het in andere landen, zoals Italië of Frankrijk, gebruikelijk is om het te mengen met frisdrank omdat hun vermout in vergelijking droger is.